Nieuws Algemeen

Deventer en Go-Ahead op 10 april 1945: bevrijd, maar getekend

Vandaag, op 10 april, is het precies 75 jaar geleden dat Deventer na vijf lange en zware jaren wordt bevrijd. Ook voor Go-Ahead betekent dat het einde van een donkere periode, die veel impact op de club heeft en diepe sporen nalaat: materieel en sportief, maar vooral ook op het menselijke vlak. Herman Starink, voorzitter van Stichting Niet te Kraken, blikt terug:

Het zwaarst weegt uiteraard het persoonlijke leed. Vijftien Go-Ahead-leden verliezen het leven door oorlogsgerelateerde omstandigheden: in de gaskamers, bij een bombardement of als gevolg van dwangarbeid (vaak gepaard gaande met ziekte en uitputting) in Duitsland. En hoewel elk mensenleven uiteraard even zwaar telt, bevinden zich onder de gesneuvelden enkele rood-gele prominenten, die voor de club op sportief en/of bestuurlijk gebied van meer dan gemiddelde betekenis zijn geweest: medeoprichter Hartog (Han) Hollander, oud-speler en bestuurslid Moos Polak, erevoorzitter Simon Frankfort, oud-steunpilaar op het middenveld Willem Kolkman en landskampioen 1933 Gerrit Goldenbeld.

Bij de festiviteiten rond het 45-jarig clubjubileum in 1947, het eerste naoorlogse lustrum, staat Go-Ahead nog eens op een bijzondere manier stil bij het persoonlijke leed dat in de oorlog is geleden. Aan het begin van de feestweek, op 29 november, wordt in het bijzijn van veel nabestaanden een gedenkplaat onthuld ter nagedachtenis aan de leden die de club in de oorlog ontvallen zijn. De plaquette met de namen van de vijftien gevallenen krijgt een plaats aan de achterzijde van de hoofdtribune, naast de bestuurskamer.

Tekst gaat verder onder foto.

De onthulling van de gedenkplaquette op 29 november 1947.

De plaat verhuist begin jaren zeventig, als Go Ahead Eagles de moedervereniging verlaat en zelfstandig als profclub verdergaat, naar het nieuwe clubhuis van DVV Go-Ahead op de Rielerenk. Daar is hij tot op de dag van vandaag nog aan de gevel bevestigd.

De namen van de vijftien gevallenen – in alfabetische volgorde – zijn:

1. Heijman Berg; overleden op 28 februari 1943 in Auschwitz, 49 jaar
2. Marinus Doornebosch; overleden op 28 oktober 1944 in Deventer, 36 jaar
3. Jaap Ehrenreich; overleden op 6 april 1945 in Diepenveen, 49 jaar
4. Simon Frankfort; overleden op 19 november 1943 in Auschwitz, 63 jaar
5. Jan Gildemeester; overleden op 18 april 1945 in Mügeln, 23 jaar
6. Gerrit Goldenbeld; overleden op 9 december 1944 te Deventer, 34 jaar
7. N. Hendriks; overleden op 3 januari 1943 in Osnabrück, 21 jaar
8. Harmen Heukels; overleden op 28 mei 1944 in Königsborn, 26 jaar
9. Hartog (Han) Hollander; overleden op 9 juli 1943 in Sobibor, 56 jaar
10. Mannes ten Kampe; overleden op 6 februari 1945 in Deventer, 70 jaar
11. Willem Kolkman; overleden op 6 februari 1945 in Deventer, 58 jaar
12. Antoon Koster; overleden op 24 april 1945 in Neuengamme, 28 jaar
13. Moos de Lange; overleden op 31 maart 1944 in Polen, 31 jaar
14. Moos Polak; overleden op 27 augustus 1943 in Auschwitz, 59 jaar
15. J. de Winkel; (vermoedelijk) overleden op 10 april 1945 in Deventer, 30 jaar

In de bezettingsjaren loopt ook het stadion de nodige materiële schade op. Go-Ahead slaagt er wel in het vaandel, de bekers en de medailles tijdig in veiligheid te brengen, maar naarmate de oorlog voortduurt en er schaarste ontstaat, wordt bijvoorbeeld hout van de tribunes of van reclameschuttingen geroofd. Ook is er – zelfs nog bij de laatste gevechtshandelingen voor de bevrijding – sprake van munitieschade.

In een van de kleedkamers onder de tribune is in de oorlog een wijkpost van de Luchtbeschermingsdienst ondergebracht. Go-Ahead-secretaris Toon Denkers (een van de leden van het eerste uur) is wijkhoofd van deze organisatie, die probeert om luchtaanvallen te bemoeilijken – door bijvoorbeeld toe te zien op verduistering – of om de schade en de gevolgen ervan voor de burgers te beperken.

Na de bevrijding wordt met vereende krachten en vele handen aan het herstel van het stadion gewerkt, en wordt alles zoveel mogelijk in de oude toestand teruggebracht. Hieraan werken ook burgers mee die dakloos zijn geraakt en tijdelijk in de kleedkamers wonen.

Ten slotte is er de sportieve ‘schade’. Ook op dat vlak gebeurt het ondenkbare. Go-Ahead is sinds 1916 vijftien keer oostelijk kampioen en vier keer landskampioen geweest, maar degradeert in 1941 als nummer laatst van de ranglijst, met slechts vijf schamele zeges, naar de Tweede Klasse. Zelfs een ‘play-off’-competitie om promotie en degradatie kan dit lot niet meer voorkomen. De degradatie wordt in Deventer als een grote vernedering ervaren. Enig lichtpuntje is dat de club een jaar later meteen terugkeert op het hoogste niveau.


Met dit elftal bewerkstelligt Go-Ahead in het seizoen 1941-1942 de terugkeer naar de Eerste Klasse.
Achter: Gerrit Goldenbeld, Jo Mikkers en Arie van der Burgt. Midden: Herman Koopman, Harry Wagenvoort en Rinus ter Beek. Voor: Steven van Marle, Jan Koster, Henneman Roelofs, Henny Koopman en Nathan Abrahams.

Terug naar overzicht