Nieuws Algemeen

Interview Stephan Andersen: had ik maar gescoord tegen Zwolle

En toen was hij ineens in de Adelaarshorst, de doelman van het Deens nationaal elftal. Stephan Andersen kwam over van Betis Sevilla omdat hij spelen wilde. Een doel had. Nu het einde van het seizoen naakt, duidt Andersen helder zijn brandende ambitie en ongekende beroepsernst.

In het nieuwe Business Magazine ‘De beleving van de Eagles’ is er veel en bloemrijk aandacht voor onze zeer gewaardeerde sponsors, valt er te genieten van vreugdevolle fotografie van Erik Pasman en René Geerars, stellen we Jelle Beuker voor en legt voorzitter Edwin Lugt gepassioneerd de stadionplannen uit. Het blad is één en al roodgeel, vol van ambitie en beleving, de twee steekwoorden waar dit Go Ahead Eagles op drijft. Ook is er een interview met een wereldtopper die in Deventer is neergestreken, de Deense doelman Stephan Andersen. Hierbij de weergave daarvan…

 

Het leven, zo zegt de stoere doelman, is de laatste jaren een rollercoaster. “Frankrijk, Spanje, Deventer, geen idee wat volgt.” In zijn kielzog trekt een jong gezin met twee kindjes kriskras door Europa mee. Hoewel; Andersen zal zijn hele periode bij Go Ahead in het Postillion Hotel verblijven, vrouw en kinderen wonen thuis in Kopenhagen, komen zo nu en dan over. Middels imposante tatoeages op beide armen zijn ze altijd bij hem. Zie daar het eenzame bestaan van de zwervende topvoetballer? Andersen is niet van het sentimentele. “Het is simpel. Het belangrijkste in mijn leven is: spelen. Dat is waar ik van hou.” De liefde is zo groot dat een man van 32 de fabelachtig mooie stad Sevilla verliet voor een plek onder de lat in de Vetkampstraat. Ook mooi, maar minder zon en géén Primera Division, de competitie van Messi en Ronaldo. “Het was drie dagen voor de transferdeadline, in korte tijd moest ik een beslissing nemen. Ik wilde in beeld blijven voor het Deense elftal, op een bank zitten in Spanje zou niet goed voor me zijn geweest. Ik was blij dat de kans kwam. Eerlijk gezegd wist ik niet veel van Go Ahead Eagles, al had ik door die ongewone naam er wel van gehoord. Het bevalt me, de atmosfeer is groots. We spelen thuis voor 8.000 mensen, maar dat lijken er wel 20.000 te zijn.” Die hem allemaal bezingen op de deunen van KC and the Sunshine Band’s Give it up. “Fantastisch, de mensen in Deventer zorgen erg goed voor me.”

Andersen-2

Het klinkt als het leven van een stuntman. Je vliegt in, je pakt je koffers slechts gedeeltelijk uit, je doet je job en je vertrekt weer. Zo is dat niet bij Andersen: “Ik wil Go Ahead Eagles in de eredivisie houden, daarvoor ben ik ook gekomen. Ik heb meer ervaring dan de meeste jongens, ik probeer hen te coachen, doe alles om die jongens te helpen. Ik weet na al die jaren: in het voetbal krijg je niks op een gouden schaaltje. Ik zeg het steeds tegen ze: blijf gefocust, blijf werken. Ik weet zeker dat ze het dan redden.” In de rust tegen PSV, 2-0 voor, nam hij, de geroutineerde, het woord in de kleedkamer. “Ik zei tegen de boys: het is nu belangrijk dat we geconcentreerd blijven en doen wat we in de eerste helft hebben gedaan. Blijf werken, blijf in de wedstrijd.’ Het zijn jonge jongens hè, die maken heel vaak
dingen voor de eerste keer mee. Zoals 2-0 voorstaan tegen PSV.”

Andersen-1

Beste keeper

Andersen zei bij aankomst tegen zijn verdedigers: zodra je stress voelt, geef je die bal aan mij. Voel je zeker, met mij achter je. Hij knikt bescheiden. “Ik heb veel geoefend op het mee voetballen. Dat is tegenwoordig zeer belangrijk voor een keeper, dus is het zaak te trainen tot je het beheerst. Het organiseren van mijn defensie is een ongelooflijk belangrijk iets. Ik zeg altijd: de beste keeper heeft niets te doen. Die heeft zijn verdediging zo goed staan dat er geen bal op goal komt.” Tijdens ons gesprek herhaalt hij het als een mantra. “Belangrijk zijn voor Go Ahead Eagles.” Hij proeft de vraag en herhaalt die op besliste toon: “Ik ben een man met een missie. O ja! Ik ben hier om wedstrijden te winnen, cleansheets te halen, onderdeel van een succesvol team te zijn. Ik hoop dat de mensen later zullen zeggen: weet je nog, die Andersen, hij maakte een verschil in onze handhaving. Dat zou mooi zijn.” Daarbij is zijn beroepsernst een voorbeeld. De keeper beoefent zijn vak intens. Na gewonnen wedstrijden stapt hij in trance van het veld, tussen feestende medespelers, het zweet gutsend van zijn gezicht, euforie lijkt aan hem niet besteed. “Het kost me soms een dag om mentaal een wedstrijd helemaal te verwerken, zo gefocust ben ik, zo ermee bezig. Ik vind dat je dat ook verplicht bent. Voetballers zijn rolmodellen voor jonge mensen. Je moet als een goede prof leven. Eten. Drinken. Je kunt wel eens twee biertjes nemen, maar niet te vaak. Blijf gefocust.”

Andersen-3

Halle

Stephan Andersen weet het niet. Waar het nu met hem heengaat. “Alles draait om voetbal, ik doe wat ik moet doen. Ik vind Deventer mooi, maar zou liegen als ik zou zeggen dat ik mijn huis in Spanje niet mis.” Wat mist hij dan precies? Hij grijnst: “Ik mis mijn eigen bed. De mentaliteit van Spanje is iets te veel ‘het komt morgen allemaal’, maar de levensstijl past mij verder wel. Het is wat jij zegt: wij in Noord-Europa werken graag hard om te leven, in Zuid-Europa léven ze.”

Geïnteresseerd luistert hij naar de namen van zijn illustere voorgangers, de namen van Raimond van der Gouw, Jan Jongbloed, Oscar Moens, Joop Hiele, Peter Rufai, het is van een andere tijd, een ander land, het zegt hem niks. Leo Halle, de Leeuw van Milaan? Andersen herhaalt een paar keer de naam en zoekt in zijn geheugen. “Ah, er is een tribune naar hem vernoemd? Wow. Had ik nou maar gescoord tegen Zwolle. Dan had ik er misschien ook wel één gekregen…”

Een man met een missie. Die laat zich niet teveel afleiden door historie en romantiek. Die droomt slechts van cleansheets. Van het bereiken van dat ene doel. “Go Ahead Eagles in de eredivisie houden.” Daar schudden we handen op. Van die hele stevige, veilige handen.

Terug naar overzicht