Eerste Selectie

Fijnbesnaard en fijngevoelig talent

Van FC Zutphen naar een eigen Wikipedia-pagina. En dat in anderhalf jaar tijd. Het is snel gegaan voor Orhan Džepar (19), vrucht uit de voetbalopleiding van Go Ahead Eagles en inmiddels tot 2019 onder contract. Een nadere kennismaking met de talentvolle linkspoot, die altijd de rust bewaart maar ook zijn twijfels en onzekerheden kent. (Uit: Kleuren van Juweel, kerstspecial)

Dat Orhan Džepar na zijn rake kopstoot tegen Telstar doodkalm commentaar gaf voor de camera’s, verbaasde zijn goede vriend Roeland Wiersinga niets. “Hoe hij daar stond, dat was typisch Orhan”, vertelt Roeland in huize Džepar in Eefde. “Hij is altijd rustig en nooit zenuwachtig. In het eerste jaar van de middelbare school schoot ik altijd in de stress wanneer er een toets aankwam, maar Orhan maakte zich niet druk en zei ‘Ik leer morgen wel’. Die nuchterheid is echt een kenmerk van hem. Hij gaat zich ook niet anders gedragen nu hij bij Go Ahead Eagles voetbalt. Wij doen als vrienden ook niet anders tegen hem trouwens. Maar ik weet wel dat ik niet zo rustig voor de camera had gestaan als ik had gescoord bij mijn profdebuut, haha.”

Orhan lacht om de anekdote, net als zijn ouders Amela en Sule. Het is hun zoon ten voeten uit. Zijn vader is doorgaans zenuwachtiger voor wedstrijddagen dan de kersverse profvoetballer zelf. “Soms kan ik er niet van slapen”, bekent Sule. “Dan denk ik: speelt hij wel, speelt hij niet?” Amela: “Toen hij tegen FC Eindhoven voor het eerst in de basis stond, was hij heel blij. Hij vertelde het tegen mij maar niet tegen papa.” Met allerlei opmerkingen zinspeelde Orhan echter wel op zijn basisplaats. Een beetje plagen, daar geniet hij wel van. Sule werd er dol van. Facebook en de Stentor gaven uitsluitsel: zijn zoon mocht starten tegen FC Eindhoven. “Ik gaf Orhan een knuffel en feliciteerde hem.” Ook kreeg de jongste selectiespeler van Go Ahead Eagles een welgemeend advies mee: de tegenstander altijd een handje geven, ook al speelde deze beter. Sule: “Belangrijk om normaal te blijven doen, anders is het al snel ‘Orhan dit, Orhan dat’.”

Foto 2
Orhan aan de keukentafel in Eefde met zijn ouders Sule en Amela. (Foto: Erik Pasman)


Niet pushen

Sule praat met een karakteristiek Oost-Europees accent. Met Amela sloeg hij begin jaren negentig op de vlucht voor de Bosnische burgeroorlog. Ze streken neer in Eefde, waar Orhan en zijn oudere broer Tarik werden geboren. Tarik studeert economie aan de Rijksuniversiteit in Groningen en merkte weleens gekscherend op: “Orhan kan alles beter dan ik behalve leren.” De jongste in huis maakte keurig de mavo af maar moest volgens zijn moeder ‘goed achter de broek aan worden gezeten’. Wat overigens lang niet altijd effect had. Bij Orhan moet het gevoel goed zitten. Zo was het met zwemmen, skiën, gitaarspelen én voetballen. Hij wilde het in eerste instantie allemaal niet, maar bleek vervolgens wél talent te hebben. Amela: “Orhan doet wat hij wil en bepaalt zelf het tempo. Zwemles vond hij verschrikkelijk, maar hij haalde in vier maanden zijn A- en B-diploma. En mensen die hem zagen skiën, zeiden: jammer dat hij niet in Oostenrijk is geboren. Zo is het met veel dingen. Je moet hem niet pushen, maar ondertussen heeft hij veel in zijn mars.”

Zijn eerste voetbalschoenen kreeg hij als kleuter. De kicksen bleven lang ongebruikt in de schuur staan. Op voetbal gaan, spelen in een elftal, op vaste tijden trainen: de kleine Orhan werd al ongelukkig bij het idee. “Ik wilde vrij zijn en geen verplichtingen.” Bij een potje zomeravondvoetbal raakte hij alsnog enthousiast. Tarik en zijn teamgenoten speelden als seizoensafsluiting bij Sportclub Eefde tegen hun ouders. Orhan mee. Of hij het team van de vaders en moeders wilde versterken. Daar had hij wel oren naar, om al snel te ontdekken dat voetballen best leuk is.

Hij begon in de F2 van Eefde en stapte in de C’tjes over naar FC Zutphen. Op zoek naar uitdaging op een hoger niveau. Als A-junior rekende hij niet meer op een kans in het profvoetbal, maar trainer Harry Decheiver had hem één keer zien spelen en wilde hem dolgraag bij Go Ahead Eagles A1 hebben. Dat ging niet vanzelf. Orhan meldde zich in de zomer van 2014 af voor de kennismakingsdag met zijn nieuwe teamgenoten. “Ik had er heel veel moeite mee FC Zutphen te verlaten. Ik had daar een leuke tijd en was belangrijk voor het team. De trainer van Zutphen wilde me er graag bij houden. Bovendien moest ik in mijn eentje naar Go Ahead Eagles. Een heel ander wereldje, misschien zou ik wel wissel staan. Ik had daar moeite mee. Maar het ergste vond ik het nog mijn club en vrienden te verlaten. Ik zou ze veel minder gaan zien. Daar zat ik serieus mee.”

Al die onzekerheden bij elkaar verlamden hem en deden hem naar de telefoon grijpen. Met de mededeling dat hij zich niet zo lekker voelde belde hij af. Amela en Sule waren op dat moment op vakantie, maar Tarik, volgens zijn moeder een zorgzaam type, hield een oogje in het zeil. Hij had in de gaten dat iets niet helemaal pluis was en zocht het telefoonnummer van Decheiver op in het mobieltje van Orhan. Hij belde de oefenmeester en legde de situatie uit. Orhan: “Zo is mijn broer. Als ik iets doe wat niet correct is, wil hij dat rechtzetten. Maar Tarik is ook mijn vertrouwenspersoon, ik vertel hem alles. Hij is verstandig, kan goed luisteren en geeft me advies. In dit geval had ik eerlijk moeten uitleggen dat ik moeite had met de stap naar Go Ahead Eagles.” Decheiver en teammanager Herman van den Bos zochten Orhan thuis op. Na een gesprek waren de plooien glad en was de achttienjarige Eefdenaar alsnog welkom. Graag zelfs. Tarik leende de auto van de buren en bracht Orhan naar de eerste training. Nu was de stap naar een nieuw leven definitief.

Foto 4
Orhan en zijn broer Tarik tijdens een trip naar Sarajevo, Bosnië en Herzegovina. (Foto: Familie-archief)

Een stap naar vier keer in de week trainen, minder tijd voor vrienden en school in Apeldoorn in plaats van Zwolle. Orhan wilde naar het creatieve vakcollege Cibap, maar koos vanwege de trainingen in Twello – en later Deventer – voor een opleiding dichter bij huis. Inmiddels is hij gestopt met de studie middenkaderfunctionaris bouw op het Aventus. Hoewel de docenten hun best deden, was school niet langer te combineren met voetballen. Amela: “Hij was daar toch één van de velen en werd niet gezien als topsporter. Ik ben nog steeds van mening dat hij een vak moet leren, maar ik realiseer me ook dat school nu te veel stress oplevert. Altijd maar haasten. Voor Orhan is het goed zich op één ding te kunnen richten en dat is voetbal. Dan kan hij rond zijn 25ste of dertigste altijd nog naar school. Tegen die tijd is hij ook rijper en weet hij beter wat hij wil. Laat hem nu maar lekker voetballen. Ik hoop dat hij ver komt.”

‘Met de binnenkant!’
Feit is dat het in korte tijd rap is gegaan met Orhan. In Go Ahead Eagles A1 werd hij aanvoerder gemaakt, hij pikte zijn wedstrijden (en doelpunten) mee bij de beloften, kreeg een jeugdcontract en mocht in de zomer aansluiten bij de hoofdselectie. “In de A1 heb ik een leuk en goed seizoen gehad. Lekker om te voetballen met jongens die allemaal aardig een balletje kunnen raken… We haalden goede resultaten tegen bvo-teams die hoger speelden dan wij. We voetbalden De Graafschap kapot en speelden gelijk tegen Almere City. Onder Harry heb ik me zeker ontwikkeld. Hij pikte me er vaak uit en zei wat ik goed deed en wat beter moest. Ook zette hij trainingen stop zodat we nadachten over keuzes die we maakten. Dat gebeurde bijvoorbeeld als iemand in het zestienmetergebied uithaalde met de wreef. ‘Met de binnenkant!’, riep Harry dan. Daar maakten we als jongens onderling grappen over, maar van dichtbij kun je de bal veel beter plaatsen met de binnenkant. In het begin schrok ik weleens van de aanwezigheid van de trainer, maar hij moet je wel klaarstomen voor het profvoetbal. Dan moet je tegen kritiek kunnen en ook tegen mensen die je uitschelden in het stadion.”

Tot nu toe krijgt Orhan vooral applaus, blij als het publiek is met weer eens een speler uit de eigen kweek. In het stadion blijft hij onverstoorbaar doen waarvoor hij is aangenomen: creativiteit brengen, openingen zoeken en zo nu en dan een goal maken. Daarbij weet de tiener zich te allen tijde gesteund door zijn naasten. Door vader, moeder, broer en vrienden. “Nadat hij scoorde tegen Telstar hebben we wel even een feestje gevierd”, zegt Roeland, die net als zijn andere maten alles opzij zet om Orhan te kunnen zien schitteren in de Adelaarshorst. “Mijn moeder vindt het niet leuk wanneer ik mijn werk afzeg, maar ze snapt ook dat we een hechte groep zijn en dat het bijzonder is dat Orhan bij Go Ahead Eagles speelt. Ik wist altijd al dat hij heel goed kon voetballen, maar dat het zo snel zou gaan, had ik niet verwacht.”

DEVENTER - Go Ahead Eagles - Telstar, Jupiler League, voetbal, seizoen 2015-2016, Stadion De Adelaarshorst, 16-08-2015, GA Eagles-speler Orhan Dzepar blij na afloop

In een groepsapp houden de vrienden elkaar op de hoogte. Als het even kan, spreekt Orhan met de jongens af. Roeland: “Goed van hem dat hij ondanks zijn drukke schema blijft ontspannen.” Orhan: “We zien elkaar vaak in de weekenden. Dan zitten we bij elkaar of doen we iets leuks. Het gaat nu wel vaker over voetbal, maar gelukkig ook over ander dingen. Over de gekste dingen. Ik kan alles bij mijn vrienden op tafel gooien, niks is raar. We zijn heel open. Ik ben blij dat ze me gewoon benaderen als vriend en niet als die voetballer. Ik bedoel: voetbal is nu mijn werk maar het blijft vooral iets wat ik heel graag doe.” In het lokale uitgaansleven wordt hij soms wel gezien als ster. Een vreemde gewaarwording. “Jongens die eerst alleen ‘hoi’ zeiden, doen nu alsof ze je beste vriend zijn. Best ongemakkelijk soms, want ik ken ze niet goed maar zij weten wel van alles over mij. En altijd gaat het over voetbal, terwijl ik op stap ben om met mijn vrienden te chillen.” Hij snapt het ook wel: als profvoetballer ben je nu eenmaal een gewild object. “Soms vervelend, maar het hoort erbij. Of ik hierin begeleid word? Dat is me wel aangeboden, maar ik vind het niet nodig. Ik kan me prima redden.”

Daar is-ie weer, Orhan de nuchtere. Hij zegt alles voor het voetbal te kunnen laten. “Dat hoort denk ik ook zo te zijn. Uiteindelijk is het je werk, je brood. Nu krijg ik nog brood van mijn ouders, maar ik wil me wel heel graag bewijzen bij Go Ahead Eagles. Als ik eenmaal zo ben ontwikkeld dat ik elke week speel, kan ik misschien naar een hoger niveau. Maar misschien is dit het wel en ontwikkel ik me niet meer. Dat zal ik ook moeten accepteren. Daarom kijk ik niet in de toekomst. Want alles kan ineens anders zijn, dat heb ik wel geleerd toen ik mijn oude, vertrouwde leventje opzij moest zetten.”

Terug naar overzicht